Cristin Van Ooyen
IK DENK...

2016.
Hij was net geen drie toen ik hem voor het eerst hoorde zeggen:
‘Oma, ik denk het niet!’
Wat hij dan wél dacht, vertelde hij er niet bij.
Maar zijn boodschap was voor mij heel belangrijk: hij wist dat hij dacht.
Eerst was ik blij: eindelijk kon ik met hem van gedachten wisselen. Kreeg ik inzicht in wat er allemaal in dat kleine hoofdje van hem omging. Goh, mooie tijden lagen in het verschiet.
Algauw bekroop mij een onbehagelijk gevoel: ook hij zal binnenkort slaaf worden van zijn eigen hoofd. Een hoofd dat dicteert, bang maakt en allerlei stemmetjes produceert die berispen, beklagen, bewonderen, klein houden en je dingen laat doen tegen je natuur in omdat je denkt dat het zo MOET.
Het hoofd vult zich al jong met beperkende gedachten over onszelf en de wereld. Het zelfbesef haakt ons vast aan tijd en ruimte en vreet aan de verwondering van die kostbare eerste jaren. Wat een vreselijk lot stond ook hem te wachten!
Het denkproces bleek onomkeerbaar: de maanden die volgden heeft hij veel gedacht. Of gedacht dat hij dacht. Ik denk dat ik dat denk, zei hij dan. Hij deelde met mij zijn kleine zorgen en zijn grote angsten. Hij gaf aan wat hij leuk vond en vooral wat hij niet leuk vond. Het IK-je vond een centrale plek in zijn taal. Het ego begon zich sterk te hechten aan ons kleine mannetje.
Maar dé grote ontdekking was dat zijn hoofd kon samenwerken met zijn hart. Wanneer het denken zich nederig koppelt aan de verwondering opent zich een fantastisch nieuwe wereld: Fantasia wordt bezwangerd door alle geuren en kleuren in duizenden variëteiten en boem! Een nieuwe telg wordt geboren in de hoofd-huishouding: Magie!!
‘IK ben de koning, ik draag een gouden kroon en ik woon in een kasteel met vele torentjes. Een heel oud kasteel met een brug en met draken en prinsessen en vele soldaten die de wacht houden’.
‘Ik ben een prikkeplant en prik iedereen die in mijn buurt komt.’
'Kijk, oma, ik kan vliegen!'.
Nog net vang ik hem op wanneer hij van de leuning van de zetel springt. 'Goed zo, jongen, alleen nog leren landen, en dan lukt het helemaal'.
Samen hebben we al vele avonturen beleefd. En ik hoop dat er nog vele volgen. Al was het dan maar in ons hoofd.
Dank je wel Flor